Johan Arnold Douma werd op 18 januari 1905 te Zwolle geboren als zoon van Kornelis Douma, hoofdconducteur bij de Nederlandse Spoorwegen, en Maria Katharina Würdemann. Hij huwde 15 september 1934 te Heerenveen met Engelina Banda. Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren. Hij stierf 26 mei 1986 te Oudleusen, gemeente Dalfsen.

Nadat hij de lagere school te Zwolle had bezocht, meldde Han Douma zich aan bij de Rijks Hogere Burgerschool, eveneens te Zwolle. Na het behalen van het diploma wilde hij verder studeren aan de kunstacademie om zich te bekwamen in zijn grote liefde, de schilderkunst. In verband met de slechte economische omstandigheden van dat moment vonden zijn ouders het echter verstandiger dat hij een opleiding tot tandarts zou gaan volgen. Han voelde daar niets voor en ging, noodgedwongen, op zoek naar werk. Dat vond hij bij het Provinciaal Bestuur van Overijssel te Zwolle, waar hij op 6 december 1929 werd benoemd tot typist op het kantoor van de griffier. Later verhuisde Han naar de afdeling voor de afgifte van paspoorten en rijvaardigheidsbewijzen. Op 1 november 1945 werd hem - op eigen verzoek - eervol ontslag verleend.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Han opgeroepen om zich te melden voor de Arbeitseinsatz in Duitsland. Dit weigerde hij en hij was derhalve gedwongen onder te duiken. Hij kwam in contact met de illegaliteit en ging zich bezig houden met de vervalsing van officiële papieren. In verband daarmee verbleef hij enige tijd te Enkhuizen, waar hij op onopvallende wijze vijandelijke objecten voor verzetsgroepen schilderde.

Naast zijn ambtelijke loopbaan had Han schilderlessen gevolgd bij de kunstenaars S.E. Bomhof te Zwolle en jhr. C.E. Graswinckel in Wapenveld. Aan de Academie voor Beeldende Kunst in Rotterdam hospiteerde hij korte tijd en bij J.J. Jole te Den Haag leerde hij modeltekenen. Om zich muzikaal verder te ontwikkelen nam hij cellolessen bij de heer Sombroek te Zwolle.

Na zijn ontslag koos Han definitief voor het schilderen. Aangezien dat in het begin financieel niet opleverde wat hij er van verwachtte, ging hij zich toeleggen op het stofdrukken. Hij ontwierp en vervaardigde zelfde stempels met de verschillende dessins. Op de motor ging Han de boer op om de door hemzelf bedrukte stoffen te verkopen. Deze werkzaamheden werden hem te veel toen grote bedrijven enorme orders bij hem gingen plaatsen. In 1956 stopte hij met dit werk.

Gedurende deze periode werkte Douma ook als plaatselijke correspondent voor de Zwolse Courant, Het Vrije Volk en Trouw. Hij deed als zodanig voornamelijk verslag van opzienbarende rechtszaken. In 1956 beëindigde hij deze algemene correspondcntschappen en ging hij recensies over kunst en muziek schrijven, uitsluitend nog in de Zwolse Courant. Daarnaast schreef hij in deze krant een groot aantal opiniërende artikelen over kunst. Op 13 september 1975 nam Han afscheid als kunstrecensent.

In de schilderkunst legde Douma zich aanvankelijk voornamelijk toe op landschappen. Vervolgens specialiseerde hij zich ook als portret- en stillevenschilder. In zijn laatste levensjaren hield hij zich vooral bezig met abstracte schilderkunst en het vervaardigen van monotypes, dat wil zeggen afdrukken in enkelvoud van beschilderd glas, zink, karton of hardboard op papier, met een pers of met de hand verkregen en in meer dan één drukfase tot stand gebracht. Kenners menen dat Han zich hierin een bijzondere technische vaardigheid had eigen gemaakt en dat de monotypes inhoudelijk tot het beste deel van zijn werk behoren. In het vervaardigen ervan kon hij het meest zichzelf zijn en zijn artistieke persoonlijkheid leert men in de monotypes tot in het diepste kennen. Het rijke gedachtengoed van de vrijmetselarij vormde voor Han een bron van inspiratie en binnen de Zwolse loge 'Fides Mutua' vond hij de vertrouwde broederkring om over dat wat hem bewoog te spreken.

Ongeveer vijftig tentoonstellingen, op veel verschillende plaatsen in de periode 1939-1985, gaven een goede indruk van zijn oeuvre. Hij exposeerde onder meer in 1975 in de Librije te Zwolle en in 1984 in het Provinciehuis. In datzelfde jaar zond hij werk in voor de manifestatie Kunst in Overijssel te Borne. Ook in het buitenland werden exposities georganiseerd: in 1966 in het Zwitserse Zürich bij Galerie Bürdeke en in 1969 in de Cercle Municipale te Luxemburg. Postuum werd in de winter van 1989/1990 een tentoonstelling ingericht in de Librije te Zwolle, als eerbewijs aan Han Douma.
Monumentaal werk vervaardigde hij voornamelijk voor scholen. De Itardschool te Zwolle is door hem verrijkt met een wandschildering en de voormalige basisschool De Pleien te Dalfsen voorzag hij van graffiti.

Han Douma was een man die niet graag op de voorgrond trad, maar achter de coulissen nam hij vaak het initiatief tot de oprichting van clubs op cultureel en opvoedkundig gebied. Zo was hij in 1947 onder andere medeoprichter van de schilderclub 'Het Palet' te Zwolle, waarvan hij later tot erelid werd benoemd. Ook in Dalfsen richtte hij een schilder- en tekenclubje op en in zijn woonplaats Oudleusen een toneelvereniging, waarvan hij zelf regisseur werd.

C.Z. Halfman
Uit: Overijsselse Biografieën

Geboren:

18-1-1905 Zwolle

Overleden:

26-5-1986 Oudleusen

Vader:

Kornelis Douma, hoofdconducteur bij de Nederlandse Spoorwegen

Moeder:

Maria Katharina Würdemann

Echtgenote:

Engelina Banda

Publicaties:

H. Wiersma, 'Han Douma (1905-1986). Monotypes', in: Informatieblad Librije hedendaagse kunst Zwolle 1989, no. 10, 43-45

Opmerkingen - Suggesties